Wat speelde er?
Stichting Atria is een vooraanstaand instituut op het gebied van gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Sinds 2019 is Kaouthar Darmoni er de directeur. Zij is een opvallende verschijning die veelvuldig optreedt in de media en het sprekerscircuit. Het aanvankelijk enthousiasme waarmee Darmoni is binnengehaald bekoelt echter als de Raad van toezicht wordt geconfronteerd met klachten van medewerkers over (seksueel) grensoverschrijdend en intimiderend gedrag jegens ondergeschikten.
De beschuldigingen van de medewerkers liegen er niet om. Darmoni wordt getypeerd als ‘exhibitionistisch’ en ’ongeremd’. Ze zou meermaals in haar beha of haar string op de werkvloer hebben gestaan en de wekelijkse vergadering op maandagochtend standaard beginnen met buikdansen, waarbij de andere aanwezigen moesten meedoen. Medewerkers die kritiek op haar uitten zouden openlijk zijn vernederd en geschoffeerd, waardoor er een angstcultuur ontstond. Darmoni weerspreekt de aantijgingen.
Ziekmelding
Twee dagen nadat Hoffmann bedrijfsrecherche van de Raad van Toezicht opdracht krijgt tot het instellen van een onderzoek, meldt Darmoni zich ziek. Het is dan eind mei 2022.
Rapport Bureau Hoffmann
Op 29 november 2022 rapporteert Bureau Hoffmann zijn bevindingen. Van de 23 gesproken medewerkers hebben er 21 aangegeven intimiderend gedrag te hebben ervaren van Darmoni. Verder wordt gerapporteerd over veelvuldig seksueel grensoverschrijdend gedrag, niet alleen richting de eigen medewerkers van de stichting, maar ook naar derden, onder andere tijdens diverse mediaoptredens. Verder werd gerapporteerd dat Darmoni in de afhandeling van een aantal arbeidsrechtelijke zaken niet professioneel heeft gehandeld, met onnodige juridische kosten tot gevolg. Tot slot wordt gerapporteerd over het ongeoorloofd doorsturen van zakelijke emailberichten en onterechte declaraties van lunchkosten.
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst…
Bij brief van 5 december 2022 heeft de stichting de arbeidsovereenkomst met darmoni vernietigd op grond van bedrog c.q. dwaling. Daarbij beroept de stichting zich op het grensoverschrijdende gedrag en onjuistheden in het CV van Darmoni. Darmoni ten onrechte hebben opgegeven ‘Gender studies’ te hebben gestudeerd. Ook zou zij de uitkomsten van een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) hebben gemanipuleerd en niet beschikken over fondsenverwervende kwaliteiten.
…gevolgd door opzegging
De Raad van Toezicht heeft ter vergadering van 22 december 2022 unaniem besloten tot (voorwaardelijk) ontslag van Darmoni als statutair bestuurder.
Het geschil
Deze uitspraak van het gerechtshof betreft het hoger beroep in kort geding. In deze procedure vordert Darmoni doorbetaling van loon omdat de vernietiging van de arbeidsovereenkomst en de opzegging van de arbeidsovereenkomst volgens haar geen stand houden.
Oordeel gerechtshof
Vernietiging wegens bedrog c.q. dwaling houdt geen stand
Het Hof stelt vast dat het voltooien van de ‘Gender studies’ niet als functie-eis in de vacaturetekst was opgenomen. Verder had de selectiecommissie een uitgesproken voorkeur voor Darmoni, zodat een onjuiste opgave op dit punt niet tot een ander resultaat zou hebben geleid. Verder heeft Darmoni de stichting een lijst met referenten verstrekt, met wie zij vaak jaren had samengewerkt in verschillende sectoren. De selectiecommissie heeft die referenties ook nagetrokken. Tegen die achtergrond acht het hof niet aannemelijk dat de stichting bij de indienstneming van Darmoni is bedrogen (of zou hebben gedwaald). Voor zover de stichting betoogt dat zij niet zou hebben geweten dat Darmoni tijdens het dienstverband grensoverschrijdend gedrag zou vertonen en het MTO rapport heimelijk zou aanpassen en in zoverre heeft gedwaald, wordt dat betoog verworpen omdat dit toekomstige omstandigheden betreffen die ten tijde van de indiensttreding niet aan de orde waren en de stichting daaromtrent dus niet kan hebben gedwaald.
Rechtsgeldige opzegging?
Het Hof stelt voorop dat ontslag van een statutair bestuurder die voor een rechts persoon werkzaam is op grond van een arbeidsovereenkomst met die rechtspersoon, ook een einde maakt aan de arbeidsrechtelijke verhouding. Daarom heeft de gelden dat een besluit van het bevoegde orgaan tot ontslag van de bestuurder in beginsel tevens beëindiging van de dienstbetrekking van de bestuurder tot gevolg heeft.
Voor een uitzondering is slechts ruimte indien een wettelijk ontslagverbod aan die beëindiging In de weg staat. In deze zaak staat vast dat Darmoni zich op 27 mei 2022 heeft ziekgemeld en dat zij daarna is verwezen naar het bedrijfsarts. Hoewel Darmoni op 1 november 2022 niet was verschenen op het spreekuur van de bedrijfsarts, stond zij nog steeds als ziek geregistreerd toen het ontslagbesluit door de Raad van toezicht werd genomen. Dit blijkt ook uit het door partijen ondertekende plan van aanpak dat is opgesteld In het kader van de re-integratie waarin is vermeld dat de verstoorde arbeidsverhouding een belangrijke oorzaak van de ziekte van Darmoni was. Ook uit het verslag van de bedrijfsarts van 28 december 2022 volgt dat Darmoni nog steeds niet inzetbaar was voor werk zolang het hoogopgelopen conflict met de stichting niet was opgelost. Het wettelijk opzegverbod gold dus nog.
Anders dan de stichting heeft betoogd is hier geen sprake van een ‘vlucht naar ziekte’ nu de ziekmelding (27 mei 2000 22) dateert van ver voor de aankondiging van het voornemen tot ontslag (6 december 2022). Dat Darmoni zich twee dagen na de aankondiging van het onderzoek naar haar gedragingen heeft ziek gemeld leidt het Hof niet tot een ander oordeel aangezien op dat moment geen (voornemen tot) ontslag aan de orde was.
Recht op loon?
De stichting heeft nog betoogd dat Darmoni geen recht heeft op loon omdat zij haar re-integratieverplichtingen niet is nagekomen doordat zij op 1 november 2022 en 28 december 2022 niet is verschenen op het spreekuur van de bedrijfsarts. Het Hof stelt echter vast dat niet is gebleken dat de stichting, hoewel dat mogelijk had gekund, het loon heeft opgeschort. Ook de omstandigheid dat de stichting twijfels had over de arbeidsongeschiktheid van Darmoni kan haar niet baten, omdat de stichting zich niet tot UWV heeft gewend voor een second opinion.
Conclusie
De stichting wordt veroordeeld tot doorbetaling tot het loon vanaf 5 december 2022, in afwachting van de uitspraak van de bodemrechter. De volledige uitspraak vind je hier.
Mijn kanttekeningen bij deze uitspraak:
- Een werknemer kan zich ziek melden ergens gedurende een conflict dat wel eens zou kunnen eindigen in ontslag. De werkgever die deze ziekmelding niet vertrouwt moet de werknemer laten oproepen door de bedrijfsarts. Als die de werknemer (ondanks de bedenkingen van de werkgever) arbeidsongeschikt acht op medische gronden, dan moet de werkgever een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV, of zich neerleggen bij het oordeel van de bedrijfsarts.
- Ook in een conflictsituatie en bij (dreigend) ontslag moeten de regels van opschorting of stopzetting van loon worden nageleefd (voorafgaande schriftelijke mededeling!). Achteraf heeft een beroep op de opschorting of stopzetting van loon geen zin.
- Neem de opzegverboden serieus! Omdat hier sprake is van een statutair bestuurder was de verleiding groot om de arbeidsovereenkomst op te zeggen (er was geen toestemming van UWV nodig).
- Bij opzegging is het opzegverbod tijdens ziekte absoluut. In geval van ontbinding kan de kantonrechter ingeval van een opzegverbod toch ontbinden indien:
- het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop dat opzegverbod betrekking heeft, of
- er sprake is van omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst in het belang van de werknemer behoort te eindigen.
- Meer informatie vind je hier op deze site.
De uitspraak illustreert maar weer de complexiteit van dit soort zaken waarbij ontslagsituaties gepaard gaan met een ziekmelding. Krijg je daar ooit mee te maken, aarzel dan niet om tijdig goed advies te vragen!