Primeur: eerste uitspraak studiekostenbeding art. 7:611a BW

Met de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden is art. 7:611a BW in het leven geroepen. Dit artikel bepaalt sinds 1 augustus 2022 onder meer dat wanneer de werkgever op grond van toepasselijk recht of een CAO verplicht is om de werknemer scholing te verstrekken om het werk waarvoor hij is aangenomen uit te voeren, hij deze scholing kosteloos moet aanbieden. Verder bepaalt de wet dat de werknemer de scholing – indien mogelijk – onder werktijd moet kunnen volgen. In lid 4 van art. 611a is verder bepaald dat ieder beding waarbij de kosten van voornoemde scholing worden verhaald op de werknemer nietig is.

Op 10 januari jl. is de eerste uitspraak gepubliceerd van een zaak die aan het bovengenoemde wetsartikel is getoetst.

De casus

Aan de orde is de zaak van een werknemer van een klein accountants- en administratiekantoor. Het dienstverband is aangegaan op 1 januari 2021 en duurde tot 29 augustus 2022. Tussen werknemer en werkgever is een studieovereenkomst tot stand gekomen, waarin een terugbetalingsregeling staat vermeld. Een deel van deze overeenkomst ziet op een oude studieschuld van de werknemer bij een eerdere werkgever, het andere deel betreft een studie waar werknemer in januari 2021 mee is gestart. Nadat werknemer het dienstverband heeft opgezegd (maar nog tijdens de opzegtermijn) doet werkgever aan werknemer een voorstel over de terugbetaling van zijn studiekosten waarop werknemer zegt ervan uit te gaan dat deze kosten hem worden kwijtgescholden.

In de procedure die bij de rechtbank volgt vordert werkgever (onder meer) terugbetaling van € 41.779,31 uit hoofde van de studieovereenkomst.

Oordeel kantonrechter

Uit het vonnis blijkt dat het gaat om kosten voor een opleiding tot registeraccountant. Met werkgeefster is de kantonrechter van oordeel dat nergens uit blijkt dat werknemer is aangenomen met het doel om registeraccountant te worden bij werkgeefster of dat de opleidingen waarvoor de studieovereenkomst is aangegaan noodzakelijk zouden zijn voor de functie waarvoor werknemer is aangenomen. Bovendien is werknemer de (tweede) studie op eigen verzoek gaan volgen: in de studieovereenkomst staat vermeld dat werknemer de betreffende studie in verband met de verdere ontwikkeling in zijn loopbaan wil gaan volgen en in dat kader aan werkgever heeft verzocht deze studie te financieren. Werknemer had nog aangevoerd dat de studie noodzakelijk zou zijn om binnen de organisatie van werkgever tekeningsbevoegd te worden, maar hij kon niet aantonen dat werkgeefster hem een toezegging heeft gedaan over de termijn waarbinnen hij bij werkgeefster tekeningsbevoegd zou worden. Werkgever heeft ook toegelicht dat het in haar organisatie geen vanzelfsprekendheid is dat werknemer na afronding van de studie direct tekeningsbevoegd wordt en dat daar zelfs geen behoefte aan was.

Het beroep van werknemer op de nietigheid van het studiekostenbeding (terugbetalingsverplichting) wordt dan ook afgewezen. Werknemer is in beginsel verplicht de studiekosten aan werkgeefster terug te betalen.

De volledige uitspraak kan je hier nalezen.

Les voor de praktijk:

Indien de werknemer in het kader van zijn werk een studie volgt is het van belang om goed te bepalen of deze studie voor het werk waarvoor de werknemer is aangenomen verplicht is op grond van wet- en regelgeving of een toepasselijke CAO. Is van zo’n verplichting geen sprake, dan kunnen werkgever en werknemer afspraken maken over een eventuele terugbetalingsregeling, bijvoorbeeld voor geval het dienstverband binnen een bepaalde termijn na de startdatum van de studie wordt beëindigd.

Overigens lijkt de regel helder en zwart-wit, maar er kan in de praktijk nog best discussie ontstaan over de vraag wanneer een opleiding wel of niet verplicht is voor de functie waarin de werknemer werkzaam is. Dat kan uiteraard ook een andere functie zijn dan die waarvoor hij is aangenomen. Voor geval de werknemer een opleiding wil volgen voor een door hem geambieerde functie, dan is bijvoorbeeld ook de vraag relevant of die functie past binnen het (onder de gegeven omstandigheden) ‘reguliere’ carrièreverloop. Verder is het goed om te weten dat áls een geldig studiekostenbeding kan worden overeengekomen, de inhoud van dat beding nog moet voldoen aan bepaalde eisen van redelijkheid en billijkheid.Bart Sanders

Voor meer advies over het studiekostenbeding kan je altijd contact met mij opnemen.

Bart Sanders | met mij sta je sterker in het arbeidsrecht

Meer informatie over de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden vind je hier.