Bij een goede arbeidsrelatie horen goede afspraken. Worden die niet goed vastgelegd of voldoen de afspraken niet (meer) aan de geldende regelgeving, dan ontstaan daar nogal eens problemen mee. Het arbeidsrecht is de laatste jaren ingrijpend gewijzigd door de invoering van de WWZ (2015) en de WAB (2020). Dat geldt zeker voor flexcontracten (hieronder vindt u daar meer over). Pas daarom op met het gebruik van verouderde modelcontracten.
Weet u welke informatie u de werknemer volgens de wet bij indiensttreding moet verschaffen? Een opsomming vindt u in deze BLOG.
Voor u als MKB-er is het ondoenlijk om alle relevante ontwikkelingen in het arbeidsrecht te volgen en te verwerken in de overeenkomsten met nieuwe medewerkers. Van deze ontwikkelingen ben ik wél op de hoogte. Natuurlijk beschik ik over up-to-date modelcontracten en ik stel deze graag aan u beschikbaar. Waar nodig kan ik de overeenkomsten toesnijden op uw (bedrijfs)specifieke omstandigheden of een geldende CAO.
Vaak kan het ook geen kwaad om de bestaande overeenkomsten met uw personeel periodiek eens tegen het licht te houden om te bezien of deze nog in lijn zijn met de lopende afspraken en soms is het wenselijk om de arbeidsvoorwaarden in uw onderneming te harmoniseren en aan te passen aan de veranderende omstandigheden, zoals de toenemende trend om thuis te werken.
Neemt u voor deze zaken gerust vrijblijvend contact met mij op.
Bart Sanders | Met mij staat u sterker in het arbeidsrecht
Wettelijke regels voor flexibele contracten
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
De aanzegverplichting
- Aanzegverplichting: op grond van art. 7:668 BW dient de werkgever de werknemer uiterlijk een maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt schriftelijk te informeren over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst en, bij voortzetting, over de voorwaarden waaronder hij de arbeidsovereenkomst wenst voort te zetten.
- De aanzegverplichting geldt niet voor overeenkomsten korter dan zes maanden of wanneer bij het aangaan van de overeenkomst schriftelijk is overeengekomen dat deze eindigt op een tijdstip dat niet op een kalenderdatum is gesteld (bijvoorbeeld vervanging bij zwangerschaps- en bevallingsverlof, of een overeenkomst voor de duur van een bepaald project).
- Indien de werkgever de aanzegverplichting niet of niet tijdig nakomt, dan is hij aan de werknemer een vergoeding gelijk aan een maandloon verschuldigd (of naar rato voor de duur dat de aanzegging korter dan een maand voor het einde van de overeenkomst heeft plaatsgevonden).
- De vordering van de werknemer is gebonden aan een vervaltermijn van drie maanden te rekenen vanaf het uiterste moment waarop de aanzegging plaats had moeten vinden.
Voortzetting zonder tegenspraak
De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt op grond van lid 4 van art. 7:668 BW geacht voor dezelfde tijd, maar ten hoogste van een jaar, op de eerdere voorwaarden te zijn voortgezet, indien:
- de overeenkomst wordt voortgezet en de werkgever de aanzegverplichting niet is nagekomen, of
- de arbeidsovereenkomst na de einddatum zonder tegenspraak (‘stilzwijgend’) wordt voortgezet.
Ketenregeling
Art. 7:668a BW bepaalt dat vanaf de dag dat tussen dezelfde partijen:
- de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar met tussenpozen van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd en een periode van 36 maanden (de tussenpozen inbegrepen), hebben overschreden of
- meer dan drie voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van ten hoogste zes maanden,
de laatste arbeidsovereenkomst geldt als aangegaan voor onbepaalde tijd.
Deze regeling is ook van toepassing indien sprake is van verschillende werkgevers die redelijkerwijs geacht moeten worden elkaars opvolgers te zijn.
De ketenregeling is niet van toepassing voor werknemers jonger dan 18 jaar waarvoor de gemiddelde arbeidsduur hoogstens twaalf uur per week bedraagt. Evenmin is de regeling van toepassing op leerwerktrajecten (BBL) ook als de werknemer ouder is dan 18 jaar.
Voor AOW-gerechtigden geldt een ruimere regeling, maar daarover vindt u in dit blogbericht. Ook voor seizoenswerk is (bij CAO of regeling door bestuursorgaan) afwijking van de regeling mogelijk.
De periode van 36 maanden kan bij CAO worden verlengd naar maximaal 48 maanden het aantal van drie contracten verhoogd naar zes, echter alleen voor bepaalde functies of functiegroepen waarbij de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering deze verlenging of verhoging vereist.
Ook kan bij CAO ten nadele van de werknemer worden afgeweken van het maximum aantal opvolgende overeenkomsten. Deze afwijkingen zijn ook mogelijk bij regeling door een daartoe bevoegd bestuursorgaan en de gehele ketenregeling kan buiten toepassing worden verklaard (voor bepaalde functies in een bedrijfstak) door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
